Ken Waxman, Jazzword
A standout session of uncompromising improvisations by three experts in the field, this Brussels concert has inexplicably waited 10 years before being on disc. On Sunday offers two masterful performances by British guitarist John Russell (1954-2021), German alto saxophonist Stefan Keune and Belgian percussionist Kris Vanderstraeten. Russell who played with the likes of Evan Parker, Keune, who recorded with innovators such as Steve Noble, also played as a duo since 2000, while lesser-known veteran Vanderstraeten worked with Martina Verhoeven among many others.
On Sunday reflects that slight separation. Contributing the odd Mylar slap, cymbal shakes and wooden pops, the percussionist stays very much in the background, sporadically accenting the expositions, as Russell and Keune offer up string rubs and slurred fingering melded with reed squeals, squeaks and split tones. Distinctively constructing a strategy from below-the- bridge string scrapes, the guitarist expresses his part in dual counterpoint with the saxophonist’s extended techniques encompassing aviary trills, doits, flattement and sound detours. While the mouse-like peeps and unforced finger picking evolve in a relaxed fashion with circular sound affirmation that concludes first track, a penultimate sequence of tongue slaps and percussive string strums confirm the sonic steel that underlies this deadpan improvising.
Much lengthier, “On Sunday 2” evolves speedily from barely there string scrubs and insect-like reed squeaks as the exposition becomes quicker and louder. Keune’s altissimo split tones are matched with Russell’s ferocious strums and Vanderstraeten rim clatters. Before intensifying still further during the set’s last third, the guitarist’s single string clanks suggest a separate complementary melody backed by maracas-like shakes and conga drum-like slaps from the percussionist. An emphasis on abstract multiphonics from all three confirms Free Music acumen. Yet at the same time concentrated paradiddles and rolls from the percussionist, slashing fingering from the guitarists and patterning squeaks affirm the trio’s creative bonding.
It may have taken a decade to appear, but On Sunday still adds luster to each player’s career, especially the under-recorded Vanderstraeten. Sadly it’s now also a memorial to Russell’s imaginative skills.
Opduvel
De eerste van de vier te bespreken uitgaven is een registratie van een live-concert van John Russell op versterkte akoestische gitaar, Stefan Keune op altsaxofoon en Kris Vanderstraeten op percussie en drums. Het betreft een opname van ruim tien jaar geleden, van zondag 31 januari 2010 om precies te zijn, gemaakt in Bar L’Archiduc in Brussel. Het trio speelde daar twee lange improvisaties van 27 en 43 minuten die laten horen dat het hier om vrije geesten gaat die op een speelse maar ook serieuze wijze samen musiceren. Wie de vrije output van labelbaas Serries van de afgelopen jaren heeft beluisterd, zal hier iets van een invloed op het spel en de muziek van de Belgische gitarist vinden.
De akoestische gitaar van Russell klinkt hard en duidelijk, ook als de Brit heerlijk rommelend in de weer is. Derek Bailey is een referentie maar Russell heeft toch ook zijn eigen stijl, waarbinnen overigens een opvallende rol is weggelegd voor melodisch spel. De sound van de gitaar is mooi en hetzelfde geldt voor de muzikale vondsten van de gitarist. Keune’s spel is nerveus; als een druk vogeltje is hij in de weer met veel korte strofen en bewegingen, maar hij kan ook zeer robuust en venijnig uit de buurt komen, een beetje à la de Amerikaanse saxofonist Dave Rempis. Vanderstraeten moet het niet hebben van een vol geluid, maar van subtiele klanken in respons op de muziek van sax en gitaar. De percussie klinkt inventief, klettert en rommelt en is speels en onderzoekend. Behalve drums en andere slaginstrumenten, maakt de Belg ook gebruik van objecten zoals kettingen.
De drie muzikanten spelen met geluid in de lange improvisaties, waarbij ieders stem ertoe doet en individueel goed doorkomt, al is er op de beste momenten geen onderscheid tussen de instrumenten, in die zin dat die weliswaar duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden maar opgaan in een overkoepelend geheel dat de som der delen overstijgt. Het lijken wat grote woorden, maar luister bijvoorbeeld naar de luide passage in ‘On Sunday 2’ na circa dertig minuten: de bijna kakofonische muziek (en dat met slechts drie instrumentale stemmen) moet het hebben van de samenklank, niet van de individualiteit.
De muziek is dynamisch sterk. Zo is er ook een prachtig verstild gedeelte na ongeveer 14 minuten in het tweede stuk en een ingehouden spannende passage na circa 35 minuten. Steeds weten Russell, Keune en Vanderstraeten elkaar te vinden of juist uit te dagen en ook weten zij de muziek constant uitdagend te houden voor de luisteraar. Het onderzoekende en speelse element is belangrijk en dat maakt de muziek van het trio aantrekkelijk en spannend om naar te luisteren.
Jazzhalo
De Brusselse L’Archiduc is zowat de enige resterende mythische jazzplek in België waar nog wekelijks concerten georganiseerd worden. Op zaterdagnamiddag is er meestal de wat meer toegankelijke “après shopping jazz” en op zondag mag het net wat moeilijker zijn. Op 31 januari 2010 nodigde eigenaar Jean-Louis Hennart (zelf een legendarisch figuur uit het Brusselse jazz- en uitgangsleven) John Russel (gitaar), Stefan Keune (altsaxofoon) en Kris Vanderstraeten (percussie, drums) uit. Drie muzikanten die zich al jaren schichtig bewegen in de marge van de improvisatie.
Gepiep op de saxofoon, haast onhoorbare percussiespielereien en kinetisch snarengepluk, daarmee startte het trio zijn set. Niet echt de soundtrack die je in dergelijk stijlvolle bar zou verwachten. Trouwe klanten en aficionados weten al jaren beter natuurlijk. Muisstil was het die zondagnamiddag tijdens de twee sets. Zeventig minuten lang volg je van heel dichtbij (in L’Archiduc zit je haast op de schoot van de muzikanten) het gepuzzel, het botvieren op de instrumenten, de uitwisselingen en het gemanoeuvreer van de drie. Geconcipieerde vrijheid waarin assertiviteit samengaat met introspectieve zeggingskracht en waarbij het individu telkens ondergeschikt is aan de groepsgeest.
Roger Batty, Musique Machine
On Sunday severs up two lengthy examples of shifting & gratingly creative improv for amplified acoustic guitar, alto sax & drums/percussion. The two-track CD nicely moves back and forth between cluttering angularity, wavering-to-soured discord, and manic scuttling- so it’s certainly improv for those who like the more noise-bound & difficult side of the form. The release appears on New Wave Of Jazz- a Belgium lable, who focuses in the less approachable/ seared side of improv/modern composition genre.
The recording here is a live made in 2010 at Bar L’Archiduc in Brussels- with the players been John Russell(amplified acoustic guitar), Stefan Keune( Alto Saxophone) and Kris Vanderstraeten( percussion & drums). There is really no crowd noise here, with the whole thing recording in good definition & clarity- so you feel every scarp, scuttle, slice, and discordant dart.
The first track/ set runs at just over the twenty-seven-minute mark, and it’s entitled “On Sunday 1”. The track is very jerking & jarringly unpredictable in its flow- as it moves from slowed string grates, compressed honks, and darting percussion. Onto tight & taut weaves of rapid horn bays, scuttling picks & scrubs, and manically cluttering drum work. Through to blends of wound down & grim picks ‘n’ strums, smaller horn smarts, and percussive crashes ’n‘ smashes.
The second track “On Sunday 2” runs longer at forty-three minutes- it begins in a fairly lulling & flit manner, with atmospheric descending strums, darting honks & hisses, and lazy pitter-pattering percussion. As we move on things go from discordant picks ‘n’ scrabs that are met by fidgeting percussion, and forking horn trails. Through to mixes of neck scrape, rubbing-to-sawing percussion, and horn hiss. The layout of this track feels a little more spaced & sparse, compared to the first track, but once again there is a lot of shift & surprising happening along the tracks nearing forty-five-minute run.
In total On Sunday runs at around the seventy-two minutes mark- which is a fairly long for an improv release, but it remains creative & eventful through-out, meaning your constantly kept on you toes with never a dull moment.
Gonzo Circus
“Uit een heel ander vaatje (en een iets oudere generatie): ‘0n Sunday’ een opname uit 2010 van een concert op het podium van de Brusselse Archiduc, waar het Duits-Britse sax-gitaarduo Stefan Keune en John Russell aan de slag gaat met de Belgische percussionist Kris Vanderstraeten. De freejazz die op ‘0n Sunday’ beleden wordt, zit verder van de roots dan het werk van Webster en Lisle – Keune blaast niet de vingervlugge lijnen van Webster, maar korte stoten geluid, reutels vaak. John Russell is dan weer een gitarist die abstracte, akoestische stukken speelt, uit de school van Derek Bailey (we gokken dat Russell minstens een béétje van invioed is geweest op Dirk Serries’ post-ambientspel), en die alle geluid bruikbaar acht, maar niet snel op een zuiver getokkeld B7add13- akkoord betrapt zal worden. Het klinkt hermetischer, maar minstens even amusant. Wie Kris Vanderstraeten ooit aan het werk zag met zijn speel- goeddrumkit weet: speelplezier is de sleutel waarmee je naar dit soort experiment moet luisteren. Twee goeie, heel verschillende, releases die mooi tonen dat A New Wave Of Jazz niet voor één gat te vangen is. (sb)”
Rigobert Dittmann, Bad Alchemy #108
‚Jazz‘ ist ein weiter Begriff für das, was Dirk Serries da offeriert. Denn Antoine Beuger und Jürg Frey sind deutliche Wegweiser auf Wandelweiser-Pfade, wie sie Serries auch selber einschlägt, insbesondere mit Martina Verhoeven und Colin Webster, mikrotonal und dröhnminimalistisch. Allerdings führt eine schmale Spur über Webster auch zur Londoner
Improv-Szene, zu Benedict Taylor und Daniel Thompson (→The Bellowing Earwigs, The Runcible Quintet), einem Adepten von JOHN RUSSELL. Den hört man auf On Sunday (nwoj 0036) mit seiner akustischen Gitarre live in der Bar L’Archiduc in Brüssel am 31.1.2010 zusammen mit STEFAN KEUNE am Altosax und KRIS VANDERSTRAETEN, Belgiens rappeligstem Rappler (veranstaltet von J-M Van Schouwburg, Vanderstraetens Kumpel in Sureau, als unermüdlichem Go-Between zwischen belgischem Plonk und englischem Plink). Keune setzt Russell mit neotachistischer Schützenhilfe von Vanderstraeten mit stürmischen Kürzeln unter Dauerbeschuss, um den aus seinem an sich poetischen Brüten über dem Gitarrenschallloch zu Lausbubereien zu animieren, wo man sich schon mal den Hosenboden an Stacheldraht zerreißt.
Russell stöbert dann auch eifrig mit zwischen Disteln und Gestrüpp, wo Keune als Struppi hechelt und winselt und Vanderstraeten an allem pocht, tockelt und krimskramst, was in seiner Reichweite liegt, mit, so könnt‘ ich mir denken, S-Å. Johansson, Lytton und Lovens als Animateuren ins perkussiv Ungenierte. Russell schrappt und schrubbt die Gitarre, als wäre auch sie ein Schlaginstrument, Keune quiekt, wie ein Rattler, der sich schnauzentief in ein Rattenloch verbohrt, Vanderstraeten poltert und trappelt wie über Karton. Und doch generiert die Gitarre Momente, als wäre unter Russells Vorfahren ein Spanier, der den Untergang der Armada überlebt hat, als hätte er Banjostunden bei Krazy Kat genommen. Und brauchen wir in der globalen Außermittigkeit nicht alle Köpfe, die das – sowas – mit dem Wandelweiser’Jazz‘ unter einen Hut bringen?
Jean-Michel van Schouwburg , Orynx improv‘ and sounds
Un concert de 2010 à l’Archiduc à Bruxelles dans une atmosphère intime et un lieu de rêve. En effet, si les bars sont souvent bruyants, à L’Archiduc, la magie de ce lieu Art Déco fait qu’on écoute avec attention et que rarement une conversation vient interférer avec la musique. Stefan Keune et John Russell jouent ensemble depuis 2000 et une mémorable tournée japonaise. Quoi de plus naturel qu’ils improvisent un dimanche après-midi en trio avec un percussionniste aussi visuel et poète des sons que Kris Vanderstraeten, lui-même un habitué du label NWJA de Dirk Serries et graphiste d’excaption. Stefan a développé un jeu exacerbé avec une articulation des extrêmes – harmoniques aigües, faux doigtés, frictions de la colonne d’air, éclats de scories, morsures du bec , glissements du timbre – et un sens sériel des harmonies. John Russell a reconsidéré entièrement la guitare archtop (cordes tendues par-dessus un chevalet) pour la faire sonner de manière méta-musicale, surréaliste en exploitant les harmoniques. Harmoniques, faut-il expliquer, produites en levant immédiatement le doigt posé contre la corde lorsque le plectre la fait vibrer. En alternant harmoniques et intervalles dissonants, en grattant et percutant les cordes et John Russell construit une manière arachnéenne, un canevas mouvant sériel / atonal avec une expressivité fascinante et fantomatique dans lequel les autres improvisateurs doués s’insèrent merveilleusement. Confronté avec les deux duettistes, Kris Vanderstraeten s’inscrit parfaitement dans le continuum en nourrissant leurs inspirations et créant un espace avec son sens de la dynamique. Empathie. Il faut voir sa batterie faite main avec sa grosse caisse de 8,5 cm d’épaisseur, ses tambours chinois et objets insolites qui parsèment son installation et se promènent sur la surface des peaux. Il y a même un globe terrestre et un curieux objet lumineux qui tournoie désespérément. On Sunday ajoute une belle pièce au catalogue de Keune – Russell. Ça explose en se désintégrant ! Pour info, en duo : Excerpts and Offerings / Acta 14 – 2000, Frequency of Use / Nur Nicht Nur – 2002, et un morceau de 21 minutes, Mama Yi Says Hello dans Freedom of the City 2003 Small Groups / Emanem 4212. En collaboration : Deluxe Improvisation Series Vol. 2: 2001 Pt. 1/ ASE-03, Nothing Particularly Horrible avec Paul Lovens et Hannes Schneider / FMR 1993. À ne pas manquer !